Apanage

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed

Apanage is de toelage (dotatie) uit de staatskas aan niet-regerende leden van een vorstelijk geslacht. Ook het bezit dat in hun levensonderhoud voorziet wordt apanage genoemd.[1]

Omschrijving

Apanage (middeleeuws Lat. appanagium = een schenking ad panem = tot brood, wat wil zeggen tot levensonderhoud[2]) was oorspronkelijk tijdens het leenstelsel in de middeleeuwen een systeem waarbij een deel van het kroondomein als leen aan niet-regerende leden van een vorstenhuis werd toegekend.

Aangezien de oudste nakomeling volgens het eerstgeboorterecht het koninkrijk erft, krijgt een jongere een apanage, telkens met de clausule dat bij het ontbreken van wettige nakomelingen het domein weer aan de Kroon zou komen. Dat gebeurde in het bijzonder in Frankrijk vanaf de dertiende eeuw, zoals bijvoorbeeld bij de hertogen van Orléans en van Nemours het geval was.

Het apanage Bourgondië kwam in 1364 toe aan de jongste van de vier koningszonen, Filips, met voogdij over het territorium om met de opbrengst ervan in zijn onderhoud te kunnen voorzien. Filips de Stoute, zoon van koning Jan II van Frankrijk, werd zo stamvader van de Bourgondische dynastie. Na de plotselinge dood in 1477 van de Bourgondische hertog Karel de Stoute op het slagveld in Nancy en het ontbreken van een wettelijke opvolger viel het apanage Bourgondië weer toe aan de Franse kroon.

Huidige betekenis

In Nederland bedoelt men tegenwoordig met apanage een jaarwedde uit de staatskas toegekend aan de niet-regerende leden van een vorstenhuis. In Nederland zijn dat sinds 30 april 2013 twee leden, te weten prinses Beatrix en koningin Máxima.[3][4]

Tot hun overlijden ontvingen ook prinses Juliana, prins Bernhard en prins Claus een apanage.[3][5]

In België wordt de term dotatie gebruikt.[6]